Reisbureauregeling
Binnen het Europees geregelde btw-systeem geldt de zogenaamde reisbureauregeling. Deze regeling is van toepassing op bepaalde diensten aangeboden door ondernemers die opereren in de reisbranche. Vaak wordt gedacht dat de regeling van toepassing is, terwijl dat niet altijd het geval is. Voor de meeste reisaanbieders geldt dan ook dat de regeling juist niet op gaat. Lees hier of jouw diensten wel of niet onder de regeling vallen, en wat voor jou aandachtspunten kunnen zijn.
De reisbureauregeling houdt kort gezegd in dat btw wordt berekend over de winstmarge van de dienstaanbieder, in plaats van over de gehele vergoeding. Hiermee wordt de prijs voor de uiteindelijke consument een stuk aantrekkelijker, er wordt immers btw berekend over een deel van de prestatie in plaats van de gehele prestatie.
Soort diensten
Maar niet elke dienst aangeboden door een reisaanbieder kwalificeert als ‘ reisdienst’ in de zin van de reisbureauregeling. De regeling geldt pas als wordt voldaan aan de volgende voorwaarden:
- Je koopt een of meerdere reisonderdelen van de reis in bij andere ondernemers
- Je verkoopt de reizen op eigen naam aan reizigers
Een reisbureau dat slechts bemiddelt tussen aanbieders en reizigers handelt niet op eigen naam. Zodoende geldt de reisbureauregeling niet voor dit soort ondernemers. In de praktijk wordt hier vaak over getwist omdat de naam reisbureauregeling anders doet vermoeden. Anderzijds geldt ook dat bijvoorbeeld touroperators of scholen de regeling kunnen toepassen indien zij voldoen aan de voorwaarden. Gekeken moet worden naar de prestaties die worden aangeboden, niet de ondernemer zelf.
BTW berekenen over winstmarge
Als vaststaat dat je de regeling kunt toepassen, moet nog worden bekeken wat precies verstaan wordt onder de winstmarge. In beginsel is dit makkelijk, dit is omzet minus de kosten. Maar niet alle kosten kunnen worden toegerekend aan de omzet voor de reisbureauregeling. Er dient een rechtstreeks verband te zijn tussen de kosten en de reisdienst. Per kostensoort dient dit rechtstreekse verband beoordeeld te worden. Vervolgens wordt bij de aangifte de btw voldaan. Hierbij heb je nog de keuze om de winstmarge per reis te berekenen, of per aangifte tijdvak, ook wel globalisatieregeling genoemd. Uit de administratie moet deze keuze echter duidelijk blijken. Ook geldt deze keuze voor een periode van 5 jaar. Houdt daarom goed in je administratie bij of je de winst berekend per reis, of dat je de globalisatieregeling aanhangt!
Aftrek van voorbelasting
Net als bij de margeregeling, geldt bij de reisbureau-regeling dat de btw op de inkoopkosten die toerekenbaar is aan de reisdienst niet voor aftrek in aanmerking komt. Btw op overheadkosten zoals huisvesting en kantoorbenodigdheden komt wel voor aftrek in aanmerking, voor zover deze toerekenbaar is aan belaste omzet. Hier vindt dan waarschijnlijk pro-rata aftrek van voorbelasting plaats.
Eigen prestaties
Niet alle reisonderdelen kwalificeren als zijnde een reisdienst in de zin van deze regeling. Vaak koopt de reisorganisatie ook onderdelen in, en voegt hier nog een en ander aan toe. Of de reisorganisatie biedt aanvullende diensten. Denk hierbij bijvoorbeeld aan touringcars in eigendom van de reisorganisatie die worden ingezet door de reisaanbieder. Doordat er niet enkel een winstmarge wordt doorberekend aan de reiziger, kunnen deze onderdelen niet worden meegenomen in de reisbureau-regeling. Voor dit soort onderdelen gelden de normale btw regels.
Reisdiensten verricht buiten de EU
Op ingekochte reisonderdelen die binnen de EU worden verricht is slechts btw verschuldigd over de winstmarge, dat is de reisbureauregeling in een notendop. Maar hoe gaat het dan btw-technisch als de reis (gedeeltelijk) buiten de EU plaats vindt? Indien, en voor zover, de ingekochte reisonderdelen buiten de EU plaatsvinden, dan wordt dan deel van de reisvergoeding beschouwd als een vergoeding voor een met 0% btw belaste bemiddelingsdienst. Per dienst moet gekeken worden waar deze plaatsvindt, conform de normale btw regels.
In het geval dat de reis deels buiten de EU plaatsvindt, dient te worden gesplitst. In eerste instantie dient naar rato van kilometers te worden gesplitst. Mocht dit geen reële verdeling opleveren, dan kan in overleg met de Belastingdienst een andere verdeelsleutel worden toegepast.
Boot- & vliegreizen
In bijzondere gevallen kan voor boot- en vliegreizen waarvan de bestemming of het vertrek buiten de EU ligt het 0% tarief gelden. Dit tarief geldt dan voor het gehele traject. Er moet dan zijn voldaan aan de volgende voorwaarden:
- Voor het vervoer per vliegtuig of boot heb je bij een andere ondernemer 1 ticket voor de hele reis gekocht
- Het vervoer per vliegtuig of boot moet een rechtstreekse reis zijn van een EU-land naar een niet-EU-land of omgekeerd. Hiervan is ook sprake als andere (lucht)havens binnen de EU worden aangedaan om nieuwe reizigers op te laten stappen, waarbij eerder opgestapte reizigers niet de mogelijkheid hebben het vliegtuig of de boot te verlaten.
In de praktijk gebeurt het vaak dat bij een tussenlanding de passagiers verplicht het vliegtuig moeten verlaten wegens schoonmaakwerkzaamheden aan boord. Tevens is het denkbaar dat een vlucht naar bijvoorbeeld New York plaatsvindt met een tussenlanding in Londen. KLM biedt deze vluchten aan middels één ticket, terwijl een andere maatschappij hier twee losse tickets voor berekend. Het lijkt mij niet dat het de bedoeling is geweest van de Wetgever om deze situaties btw-technisch gezien te onderscheiden. Daarom is het raadzaam om in bovenvermelde situaties goed advies in te winnen en een en ander af te stemmen met de inspecteur.